Pamplemousses (1)

De botanische tuin van Montplaisir )nu: Sir Seewoosagur Botanical Garden) ontworpen door de intendant Pierre Poivre (MEER)  (MEER) en verkocht in 1797, werd weer terug gekocht door generaal Decaen (MEER) op 21 nov. 1805 voor rekening van het keizerlijke (Franse) gouvernement. In de tuin ziet men:

de buste van de schrijver Jaques-Henri Bernardin de Saint-Pierre (MEER) (werk van J.Rémy, 1936)  met een bas-reliëf over zijn onder Empire zeer geliefde roman Paul et Virginie.

de kolom Liénard, (MEER) van wit marmer, opgericht in 1860. Hierop zijn gegraveerd 61 namen. De Guide noemt:

Nicolas Baudin (MEER), commandant van de expeditie naar Australië

Nils Bergsten, Zweeds medicus, geïnstalleerd op het île de France in 1798, ervan verdacht in 1810 een Engelse agent van de inlichtingen dienst te zijn
Jean-Nicolas Céré (MEER), plantkundige, opvolger van Pierre Poivre in deze botanische tuin

Joseph-Francois Charpentier de Cossigny (MEER) (MEER) , landbouwkundig ingenieur, auteur van ‘Moyen d’améliorer (=verbeteren) les colonies’ in 1803; (nb zegt: Jean-Francois, dit was echter zijn vader!)

Robert Townsend Farquhar (MEER) , gouverneur van Réunion in nov. 1809, daarna van Île de France, dat Mauritius werd, van dec 1810 tot april 1811 en na twee keer terg verovering

Victor-Félix Jaunet, plantkundige, aangekomen met de expeditie van Decaen, een tijdje intendant van de tuin van Pamplousses, daarna van de tuin van het huis van de gouverneur in Réduit

John Vaughan Thompson (MEER) , plantkundige, auteur van een catalogus over planten op Mauritius, waar hij verbleef van 1812 tot 1816

Robert-Édouard Pitot (MEER) , uit een handelsfamilie, hij bewaakte de ontdekkingsreiziger Matthew Flinders, gevangene op erewoord van 1804 tot 1810 (hij diende in de nationale garde in 1810).

20°06’25.80 Z

18°18’22.92 E