Gourgaud:
Ik heb een meningsverschil met Las Cases over hetgeen hij aan de keizer heeft verteld over een gesprek dat ik met hem heb gehad over de dood van de hertog van Enghein. Hij vraagt me waarom ik ben meegegaan en verzekert me dat Zijne Majesteit 300.000 francs zal geven als ik vertrek. Ik ga vreselijk tekeer tegen Las Cases. ‘Ik heb de dood van de hertog nooit gewild, ook die van Pichegru niet …. Dat ik toen bij hem was, was omdat ik toen dichtbij Zijne Majesteit stond, die ik overal volgde gedurende vier jaar, behalve naar Elba. Ik heb hem het leven gered en men houdt van diegenen, waaraan men verplichtingen heeft. Als ik geweten had dat hij naar Frankrijk terug was gekomen om er het noodlot te vinden, had ik ook mijn plaats bij hem ingenomen. Maar u, meneer, u kent de keizer niet, hij kende u niet, zelfs niet van gezicht. Waarom deze grove aantasting?’
Ik zie overal rond mij intriges en verraad. Arme Gourgaud, wat doe je hier?