NAPOLEON gaat naar SINT -  HELENA



 Inleiding    Voorbereiding    Bronnen      

ZATERDAG 16 sept. (zondag)
Vaarweek 6

Gourgaud:
Regen en een briesje. 23,3º C

Aubry:
Van de hak op de tak springend praat hij over Tilsit, vertelt hij over koningin Louise, zijn mooie vijandin, over de geweigerde roos en over de weigering Maagdenburg over te geven, over galante onderonsje met de koningin, dat hij voor Alexander organiseerde, terwijl hij de koning van Pruisen door aankondiging van zijn officieel bezoek een gehele dag op afstand hield. En dan, alsof hij uitgeput is door al die uitstapjes naar het verleden, zoekt hij niet meer het gezelschap van de Fransen, trekt zich terug, ligt met open ogen op zijn smalle veldbed.

Hitte, regenbuien, winden, die waaien alsof ze de zeilen willen openrijten, en weer windstilte, waarbij het wasgoed als slappe lappen neerhangt. De zon rijst op uit het water, gaat langs de heldere hemel. Zo heet is het dat men de voeten aan de dekplanken brandt. Dan zakt de zon weer rond onder. Daar is Amerika, daar had Napoleon als hij tijdig had besloten, nu een vrij man kunnen zijn. Hoog boven in de mast klinkt een stem, het kan van een matroos uit Ierland of Malta zijn, die daar dertig meter hoog het touwwerk onderhoudt en een liedje uit zijn vaderland zingt. De scheepslantaarns worden aangestoken. De bel luidt voor het diner. Iedereen komt bijeen in de salon. De dames vergelijken hun toiletten. De admiraal buigt voor zijn gevangene.

Een heldere nacht. De Northumberland ploegt door een fosforiserende zee. Sterren stijgen en dalen met de beweging van het schip. Napoleon, stevig leunend tegen zijn kanon, kijkt omhoog en herkent ze niet meer. ’s Nachts verschijnen er nieuwe sterrenbeelden. En die vertrouwde lichtjes, waaraan hij als kleine jongen reeds gewend was, verlaten het firmament. De Grote en de Kleine Beer, de Luit, de Zwaan, Cassiopeia, al de sterren, die zijn roem hebben beschenen, de sterren van Frankrijk en Europa, waar zijn ze gebleven? Zal hij ze ooit weerzien? Nu kijkt hij naar de blauwe gloed van het Zuiderkruis. Misschien houdt hij meer van bewolkte avonden, waarop geen sterren te zien zijn.