
|
NAPOLEON gaat naar SINT - HELENA |
ZATERDAG 30 sept. (zondag)
Vaarweek 8
Gourgaud:
Zelfde koers: zuid-oost. De Péruvien
wordt naar de kust gezonden om fruit te halen. 24ºC. Voor het ontbijt laat
Zijne Majesteit me roepen: Las Cases rapporteert hem dat ik gisteren tegen
de admiraal gezegd heb dat Zijne Majesteit de 13e vendémiaire
niet het commando had, wat waar is. De keizer berispt me zwaar, zegt tegen
mij dat hij de commandant was en dat me dat trouwens niets aangaat, dat hij
zelf wel tegen de admiraal zal zeggen, wat hij wil en dat ik hem niet moet
corrigeren als hij het niet juist zegt.
’Ik weet niet waar Zijne Majesteit het over heeft, de admiraal vroeg het
mij, ik heb de waarheid gezegd’.
De keizer wordt steeds bozer, beveelt mij niet meer met de admiraal te
praten; als hij mij wat vraagt, mag ik niet antwoorden.
Hij nodigt mij uit net zo te doen als Las Cases en zelf alles op te
schrijven.
“U lijkt wel in dienst van de Engelsen’.
Ik antwoord: “Sire, ik weigerde in dienst te treden bij de Russen in 1811,
ook nu treed ik niet in vreemde dienst …. ik ben liever Frans soldaat!”
We zien verscheidene haaien; er wordt er een van drie voet lang gevangen,
die op het dek gelegd wordt. De keizer zegt mij dat ik moet gaan zeggen, dat
hij een haai van dichtbij wil zien.
’s Avonds horen we een kanschot van de Péruvien ten teken dat zij vlak bij
land is.
We gaan weer overstag, gaan bijna zuid-west; Zijne Majesteit laat me halen;
het werk van Las Cases, dat hij niet kent, is geen meesterwerk, maar het is
nuttig.