NAPOLEON gaat naar SINT -  HELENA



 Inleiding    Voorbereiding    Bronnen      

ZATERDAG 7 okt. (zondag)
Vaarweek 9

Gourgaud:
Sterke wind uit zuid-zuid-west. Zijne Majesteit dicteert mij diverse bladzijden over de campagne in Italië en de verovering van Toulon; vervolgens komt het gesprek op de hertogin ‘d Abrantès: “Zij maakten deel uit van de politie van dhr. De Blancas, in 1814 en ontving 1500 francs per maand. Hij had de eigenaardigheid om van adellijken te houden. Junot was met haar getrouwd.’

Las Cases beweert dat de keizer tegen hem heeft gezegd: ‘Gourgaud praat niet meer met de admiraal, ik houd hem bezig.’

 

Aubry:
Plotseling is er weer wind, die de vloot weer de goede kant opblaast. De masten kraken, de zeilen bollen in de passaat op. Weer schuiven langs de scheepshuid de kobaltblauwe golven. Nu gaat het rechtstreeks op Sint-Helena af. De Fransen zijn nog steeds ongeduldig en bestoken de admiraal en Ross met vragen over de vermoedelijke dag van aankomst. Ook Napoleon verwacht elk moment dat de uitkijk in de hoogste mastkorf ‘Land in zicht’ roept. Zijn gezondheid is goed, maar het gebrek aan beweging heeft hem zwaarder gemaakt.